Ik was nog jong toen ik al een grote behoefte had om te praten. En dan niet zo maar in het luchtledige praten, maar betekenisvolle gesprekken voeren, gesprekken die impact maken, die nog lang bij je blijven. Zoals de gesprekken met mijn opa of met sommige docenten.
Mijn zoon
Gisteren vertelde ik een zuster in islam aan de telefoon over onze jongste zoon, die een paar jaar geleden in de coronaperiode onder voorwaarden over mocht naar VWO 5 en in het nieuwe schooljaar toch terug werd gezet naar de vierde klas, omdat het alsnog niet goed ging. Hij had last van buikpijn, skipte de meeste online lessen, kwam te laat, vond school maar niets en huiswerk maken vaak onnodig. Ook kon hij zich niet goed concentreren en zodra hij vrij was, wilde hij het liefst gamen. Allerlei gesprekken met ons als ouders, met school en de leerplichtambtenaar erbij; het hielp nauwelijks of slechts tijdelijk.
“Ik weet het niet”
Eenieder gaf aan dat hij intelligent genoeg was, maar dat hij gewoon zijn best niet deed. Hij kon ook niet vertellen waar zijn buikpijn vandaan kwam of waar het zat. Zijn antwoord was steevast: βIk weet het niet.β Soms popte de gedachte bij mij op, dat die buikpijn wel erg goed uitkwam, want hij had vooral moeite met een bepaald lesuur van een bepaalde docent. Maar als ik hem dan languit gestrekt een hele dag in bed zag liggen, ging mijn moederhart weer spreken en kwam de mildheid weer naar boven. Dit kon hij niet faken! We besloten in samenspraak met school uit te zoeken waar zijn lichamelijke klachten vandaan kwamen, maar dat leidde alleen maar tot een vage diagnose van een aandoening, waar je mee zou moeten leren leven. Al met al was het een grote zorg.
Kortsluiting
Het ging redelijk goed in het doublure jaar, maar aan het eind had hij niet geleerd voor de toetsen (“want ik heb toch al een overgangsbewijs”) en stond hij er weer niet goed voor. Omdat zijn houding dus uiteindelijk niet veel beter was, stelde de school voor, dat hij havo 4 zou gaan. Toen kreeg ik kortsluiting in mijn hoofd want hiermee werd hij totaal miskend. “Havo 4, dat gaan we niet doen!” zei ik. “Hij is al blijven zitten in VWO 4 en nu willen jullie niet een niveau lager zetten maar ook nog een keer laten doubleren. Hij heeft al een hekel aan school. Dit zal bergafwaarts gaan.”
Lang verhaal kort. Uit de vele gesprekken met mijn zoon, was mij gebleken dat hij door deze hele toestand toch echt wel zijn VWO-diploma wilde halen omdat hij naar de universiteit wilde gaan. Daarom besloot ik hem te steunen. Ik was erachter gekomen dat ‘overgaan onder voorwaarde’ niet bestaat. Dus speelde ik die (juridische) troefkaart. De school was er helemaal niet blij mee, maar men kon niet anders, dus mijn zoon ging ‘gewoon’ over. Ik kreeg het ook voor elkaar dat hij alsnog een coach zou krijgen, wat de school al eens beloofd had, maar waar geen werk van was gemaakt.
Spiegel
Als kindertolk wist ik als geen ander dat mijn kind mij spiegelde. Wat probeerde hij mij toch duidelijk te maken? Ik kan andere moeders goed helpen, maar het is altijd moeilijker om je eigen blinde vlekken te ontdekken. Daarvoor is er toch vaak het contact met iemand anders nodig, waardoor je tot inzichten komt.
Druk vanuit school
Het werd steeds duidelijker dat mijn zoon moeite had met de druk, vooral de druk vanuit school, vooral van die Γ©ne docent. Daarom maakte hij een afspraak met de coach dat er geen druk meer zou worden uitgeoefend vanuit school. Alle lijntjes zouden via de coach lopen. Ook heeft hij hypnotherapie gehad, wat hem redelijk goed geholpen heeft. Langzamerhand werden de klachten minder en zijn prestaties beter, alhamdoelillah (Godzijdank)
Mijn moederhart
Nu zit hij in zijn eindexamenjaar. Hij zegt: βIk heb geen idee wat er gebeurd is, maar er is iets veranderd. Ik kan nu uren achter elkaar leren” Of de vele gesprekken die wij gevoerd hebben, daartoe een bijdrage hebben geleverd?” vraag ik. Ik plofte dan neer op zijn bed en dan kletsten we een eind weg, zonder dat het woord school viel. Of we gingen samen wandelen en ik deelde dan bijvoorbeeld een verhaal over mijn jeugd, waardoor hij ook weer iets vertelde. “Ja zeker,” zei hij, “want ik wilde jou niet teleurstellen, dus elke keer als ik jou weer had teleurgesteld, deed dat pijn. En daarom besloot ik elke keer: dit is de laatste keer.”
Maar het allermooiste cadeau dat hij mij gaf was, toen hij zei, dat hij blij was dat ik hem toch was blijven steunen doordat ik hem elke keer een nieuwe kans gaf om hem te vertrouwen. Een golf van dankbaarheid overspoelde me. Wat ben ik blij dat ik mijn moederhart heb laten spreken. Ik ben zo blij dat ik mild ben gebleven en dat ik in hem ben blijven geloven, ook al was dat soms echt lastig.
Met mezelf spreken
Ditzelfde moederhart mag ik ook laten spreken als het om mezelf gaat. Het is belangrijk dat ik mild blijf naar mezelf, dat ik mezelf niet onder druk zet of laat zetten. Dat ik, als ik flink gepresteerd heb, daarna echt weer tijd neem om te ontspannen! Dat ik in mezelf blijf geloven, ook al is dat soms best lastig. Wat ik mijn zoon bied, mag ik ook mezelf bieden. Ik zie aan hem dat dit hem geholpen heeft om te groeien. Dan helpt het mij ook om te groeien.

Verhalen delen
Gisteren, toen ik de zuster aan de lijn had, stond mijn jongste op het punt van vertrek voor zijn eerste examen. Ik wenste hem veel succes en drukte hem op het hart dat hij zijn smeekbedes niet moest vergeten. Vervolgens vertelde ik haar ons verhaal. Het maakte indruk op haar, omdat zij zichzelf en haar zoon er in herkende. Ze was tot nieuwe inzichten gekomen. Ik had haar onbewust geholpen. Door onze verhalen te delen, kunnen we elkaar helpen.
(gepubliceerd met toestemming van mijn zoon)