We weten dat de reguliere geneeskunde met behulp van (conventionele) geneesmiddelen nagenoeg alleen symptomen bestrijdt. De natuurgeneeskunde en psychologie richten zich veel meer op de oorzaak, wat logischer lijkt. Maar ook hier kunnen we kritische vragen bij stellen, want bestaat dat eigenlijk wel: dé oorzaak? En ben je dan klaar, als je denkt dat je weet waar en hoe je ziekte is begonnen? Wat staat je dan te doen? De zin van ziek zijn gaat namelijk niet alleen over het verleden – de oorzaken – maar ook over de toekomst.
Vlak voor de Ramadan van 2020 begon heb ik al een voorproefje op deze maand gehad. Want vanwege de gedeeltelijke lockdown werd ik min of meer gedwongen om te reflecteren op mijn leven en mijn lot, zoals dat ook gebeurt in de vastenmaand. En het is juist in deze weken geweest, dat er bij mij allerlei lichtjes zijn gaan branden, waardoor ik inzichten heb verworven over oud zeer.
Puzzelstukjes
Ineens vielen de dingen op hun plek. En toen het ene puzzelstukje viel, ontstond er een domino-effect en had ik het ene aha-ervaring na de andere. Ik voelde dat deze inzichten mij zouden helpen om te helen: om de puzzel compleet te krijgen. En ik weet ook dat ik hier zelf een cruciale rol in speel, want ik zal het wel een plek moeten geven. En dat is vaak lastig voor me. Want ik denk altijd dat ik hard moet werken om iets te ver-werken.
Ik ben in eerste instantie opgeleid tot journalist. Ik ben een ware onderzoeker, dat zit in mijn bloed. Ik graaf en ik spit, omdat ik ‘de waarheid’ wil ontdekken. Dat doe ik ook als het om mijn eigen aandoeningen en mentaliteit gaat. Ik zit met mijn neus in de boeken of op het internet omdat ik wil weten wat ‘de oorzaak’ is. En ik ben ervan overtuigd geraakt dat ziektes bijna altijd ontstaan in onze gevoelswereld. Er zijn uitzonderingen, want je kunt ook ziek worden door ongezond voedsel, door giftige stoffen die je inademt, of door straling. Maar zelfs dan gaat het erom hoe we als mens reageren. Want waarom wordt de een wel ziek van ongezond eten en de ander niet?
In het woord ‘aan-doeningen’ zit de beste aanwijzing: wat doen wij onszelf aan?
De zielsoorzaken van ziekte
Thorwald Dethlefsen en Rüdiger Dahlke schreven in de jaren negentig van de vorige eeuw een belangrijk werk hierover. In ‘De zin van ziek zijn’ beschrijven zij dat de speurtocht naar de ziekteoorzaken de geneeskunde en de psychologie op een dood spoor heeft gebracht.
‘Zo kan men de oorzaak van een infectie vinden in bepaalde verwekkers, maar dan dringt de vraag op, waarom in een bepaald geval deze verwekker tot infectie heeft geleid. De oorzaak daarvan kan in een verminderd weerstandsvermogen van het organisme gevonden, worden, wat dan weer de vraag doet rijzen, wat de oorzaak van dat verminderd weerstandsvermogen is. Met dit spel kan men oneindig doorgaan – zelfs totdat we bij (de) vorige generatie(s) aankomen.’.
Verleden en toekomst
We zouden volgens hen dichter bij de kern komen als we aannemen dat ziekte vanuit twee richtingen wordt bepaald, namelijk het verleden én de toekomst. Dan zou het tweede aspect van ziek zijn zichtbaar worden, namelijk wat de bedoeling van de ziekte is en de zinvolheid ervan. Het zou gaan om de levensweg die de mens aflegt, die zij definiëren als de weg naar ons ‘zelf’, een symbool van de volledigheid. ‘De mens heeft tijd nodig om deze volledigheid te vinden – maar zij is vanaf het begin aanwezig. Daarin ligt nu juist de illusie van de tijd: de mens heeft tijd nodig om dat te vinden, wat hij altijd al is.’
De schrijvers maken – om een en ander duidelijk te maken – een vergelijking met een boek. ‘In een boek is de hele roman tegelijkertijd aanwezig, maar de lezer heeft tijd nodig om de hele handeling, die er vanaf het begin was, in zichzelf te laten ontstaan.’
Alles is er al. Zoals in een overlevering uit de verzameling van 40 hadith van An-Nawawi staat: ‘de pennen zijn al opgeheven en de pagina’s zijn opgedroogd.’ Ons boek is al geschreven. Op de website van Qantara – waar ik één van de eindredacteuren ben – staat een artikel dat dit aspect verder verhelderd en dat ik hier kort zal samenvatten: ‘In al-Lawh al-Mahfoez – het Goddelijk programma voor het universum – heeft God alles vastgelegd wat zal gebeuren tot en met de Dag des Oordeels. Dat ligt vast en kan niet meer veranderen.
Vervolgens wordt deze kennis overgeheveld naar de engelen die vastleggen wat er specifiek met jou als mens gaat gebeuren. Dat gebeurt vanaf het moment dat in de baarmoeder de foetus volgroeid is en de ziel ingeblazen wordt, en gaat over: welke voorzieningen je krijgt, hoe lang je leeft, welke daden je zult doen en of je naar de hemel of de hel zult gaan. Elk jaar schrijven de engelen tijdens de Nacht van de Kracht op wat er komend jaar met je gaat gebeuren en tot slot is er ook nog eens een invulling per dag. De pagina’s die de engelen beschrijven, kunnen echter op bevel van God ook veranderd worden. In positieve zin door iets goeds zoals aanbidding, in negatieve zin door het doen van iets slechts.
Dit impliceert dat wij als mens aan de ene kant de lezer zijn van ons boek, en aan de andere kant zijn we indirect ook de schrijver. Het is God die bepaalt of ‘het boek wordt uitgegeven’ en wanneer en of er een nieuwe druk bij komt met wijzigingen. Het gaat daarbij steeds om ons bewustzijn en wat we ermee doen: onze intentie en ons handelen dat er wel of niet uit voortvloeit.
Zelfverwerkelijking
In feite kun je stellen dat de zin van ziek zijn alles te maken heeft met de zin van het leven. En dan met name de zin die wij zelf geven aan ons leven. Volgens Dethleffer en Dahlke gaat het om zelfverwerkelijking, of zelfkennis. ‘Op deze weg naar de zelfkennis komen voortdurend moeilijkheden en vergissingen voor, of – anders gezegd- men kan of wil bepaalde delen van zijn patroon niet zien. Wij noemden dergelijke niet bewust aspecten de schaduw. In het ziektesymptoom demonstreert de schaduw zijn aanwezigheid en verwerkelijkt zich…. Bacteriën noch aardstralen veroorzaken ziekte, maar de mens gebruikt deze als hulpmiddel om zijn ziek-zijn te verwerkelijken.’ Als beeldspraak leggen de schrijvers dit nog verder uit, zodat we het beter begrijpen: ‘Noch verven, noch linnen veroorzaken een schilderij – maar de mens gebruikt deze als hulpmiddelen om zijn schilderij te verwerkelijken.’
In feite helpt onze speurtocht naar oorzaken ons niet, maken zij duidelijk als wij willen weten waarom we een bepaalde aandoening hebben. ‘Het zoeken naar de oorzaken in het verleden leidt af van de eigenlijke informatie, omdat men door de schuldprojectie op de oorzaak de eigen verantwoordelijkheid prijsgeeft.’ Dit gaat over onze blinde vlekken, de dingen die ons zijn overkomen in het verleden, maar waar we ons niet meer bewust van zijn. Of we willen er niet meer aan terug denken.
Van oorzaken naar symptomen
De schrijvers zeggen dat we de focus in onze zoektocht beter kunnen verleggen, van oorzaken naar symptomen. Ze raden aan om te kijken naar:
1. uiterlijke gebeurtenissen en innerlijke processen.
2. kleine gebeurtenissen die ons onbetekenend en onbelangrijk lijken.
3. de woorden die je gebruikt.
4. jouw verzet en afwijzing
Het gaat erom, dat we ons bewust worden van de gedachten, thema’s en fantasieën waar we ons mee bezig hielden, toen het symptoom optrad. In wat voor stemming waren we? Waren er bepaalde berichten of waren er veranderingen in ons leven gekomen? Wij richten onze aandacht doorgaans op de grote dingen in het leven, maar gebeurtenissen die ons onbetekenend en onbelangrijk toe lijken, bieden ons in werkelijkheid vaak de sleutels die deuren openen naar een nieuw bewustzijn.
Onderzoek dus wat je dacht, deed of gefantaseerd hebt toen de eerste symptomen van je aandoening of ziekte voelbaar waren.
De symboliek van taal
Daarnaast is het van belang te analyseren wat de taal die jij spreekt of waar jij naar luistert voor boodschap afgeeft aan je lichaam.
‘Onze taal is psychosomatisch. Bijna alle formuleringen en woorden waarmee wij psychische toestanden en processen uitdrukken zijn ontleend aan lichamelijke ervaringen. De mens kan alleen maar dat ver-staan en be-grijpen wat hij ooit lichamelijk met zijn handen kan grijpen en waarop hij met zijn voeten kan staan…De mens heeft voor iedere ervaring en voor iedere stap van zijn bewustzijn de weg via de lichamelijkheid nodig,’ aldus de schrijvers.
In taal zit veel symboliek verborgen. Denk aan:
- ergens de buik vol van hebben
- met zijn ziel onder zijn arm lopen
- uit zijn vel springen
- de teugels in handen nemen
- ergens geen oog voor hebben
- een dikke huid hebben
- een rib uit iemands lijf
- de schouders eronder zetten
- dat ligt hem zwaar op de lever
- iets niet meer willen slikken
Al deze spreekwoorden en gezegden over de relatie tussen onze ziel en ons lichaam zijn niet voor niets zo gekozen of ontstaan. Hoe bijzonder is dat?
Ook in de Koran is sprake van figuurlijk taalgebruik met betrekking tot het lichaam, zoals bijvoorbeeld:
Hebben Wij bij jou je hart niet opengesteld?
En jou je last afgenomen die zwaar op jouw rug drukte?
En Wij hebben jouw aanzien vergroot,
want met het moeilijke hangt het gemakkelijke samen.
Ja, met het moeilijke hangt het gemakkelijke samen.
En wanneer je dan klaar bent, span je in
en richt jouw verlangen tot jouw Heer.
(Koran, 4: 1-8)
Schaduw en licht
Volgens Dethleffer en Dahlke worden we pas ziek, als we ons verzetten, als we iets afwijzen, iets verdringen. Het ziektesymptoom werpt vervolgens als het ware een licht op dat schaduwgebied. Dat wat in het lichaam aanwezig is, is ook aanwezig in de ziel. ‘Het gaat er daarbij niet om, dat we meteen moeten veranderen, maar ‘dat we ‘ja’ zeggen tegen dat wat we zien, omdat een ‘nee’ dit gebied weer in de schaduw terug zou dringen’. En dan kiezen we er dus voor om ziek te blijven of nog zieker te worden. Het gaat in de eerste plaats dus om bewustwording.
Nu heb ik hierboven bijvoorbeeld genoemd: ergens de schouders onder zetten. Dat gaat over het nemen van verantwoordelijkheid, wat één van de thema’s is waar veel mensen wel eens mee worstelen, inclusief ikzelf. We nemen vaak verantwoordelijkheden op ons, die te zwaar zijn en vervolgens gaan we dat anderen en onszelf kwalijk nemen. En dan krijgen we last van onze schouder.
Wat we dan vaak doen, is dat we in de actiemodus schieten. We willen het zo gauw mogelijk oplossen en/of we gaan de strijd aan. Maar dat zal ons niet helpen, volgens de schrijvers. ‘Wie vecht of najaagt, bereikt nooit zijn doel’.
Dan kom ik terug op die schouders. Welke last is zo zwaar voor onze ziel, waar verzetten we ons zo tegen? En welke emoties roept dat verzet op: agressie, teleurstelling, frustratie, angst, onzekerheid, schaamte, schuld? Mogen die emoties er zijn? Of verdringen wij die ook?
Dan rijst de vraag of we ook anders kunnen reageren op gebeurtenissen. Op zichzelf zijn woorden, dingen en gebeurtenissen niet goed of kwaad, negatief of positief. Wij kennen er zelf een waarde aan toe. Wat als we onze schouders ervoor zouden ophalen, omdat we ons welbevinden en onze gezondheid belangrijker vinden dan die ‘taak’. Misschien, als wij zo kunnen relativeren, kunnen we dit loslaten, valt er een last van onze schouder?
Uiteindelijk gaat het dus om een verandering van onze mentaliteit en ons gedrag. En dat is geen eenvoudige opgave. Vooral als je je al bewust bent, dat je moet veranderen, dan valt het zwaar tegen dat je lichaam niet direct meewerkt. Je lichaam is namelijk nog gewend aan jouw oude gedachten en overtuigingen. En je lichaam zal eerst moeten herstellen voordat je verder kunt gaan op jouw weg. In feite gaat het herstel heel diep en worden we gedwongen om rust te nemen. We worden ook gemaand om onszelf de vragen te stellen:
‘Waarin word ik door het symptoom belemmerd? En waartoe word ik gedwongen?’
Want ‘ziekte is altijd een crisis en iedere crisis wil ontwikkeling… Ziekte wil ons verder brengen naar nieuwe, onbekende, nog niet betreden gebieden.’ Het komt er op neer dat wij als mens onze schaduwkant niet ontkennen of verdringen, maar dat we geheeld worden in de zin van volledigheid, éénwording. Want om in de woorden van de schrijvers te spreken: ‘Slechts de ‘verlichte mens’ heeft geen schaduw meer.’
NOTE: Dit artikel schreef ik een paar jaar geleden. Inmiddels weet ik beter. Volgens de Germaanse Geneeskunde/Biologika worden we pas ziek als we onverwacht een grote schok te verwerken krijgen. Dus ook al ervaren we stress, dan hoeven we nog niet ziek te worden. Er moet altijd iets dramatisch aan vooraf zijn gegaan waar we enorm van zijn geschrokken, iets wat we niet verwacht hadden, wat we onacceptabel vonden, waar we ons onvoldoende over hebben geuit en waar we tijdelijk geen oplossing voor hebben gevonden.
Bronnen: ‘De zin van ziekzijn’ van Thorwald Dethlefsen en Rüdiger Dahlke, Qantara
afbeeldingen: thinkinghumanity.com, inmyownterms.com, en.wikipedia.org